Het familie verhaal begint in de tijd van de verlichting. In deze tijd is de familie uitgegroeid van koopmannen naar industriëlen met invloed door het hele land.
(informatie over deze tijd)
In de tijd van de verlichting ontstond er een periode, waarin de rede belangrijk werd. Doordat het vertrouwen in de kerk afnam, mede door de denkwijze dat theorieën alleen werden aangenomen als er bewijs voor was, kon de wetenschap zich enorm ontwikkelen. Hierdoor ontstond er een grote stroom aan uitvindingen. Simon was bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van loodwitverf, op basis van scheikundige theorieën. Hierdoor kon zijn zoon later een loodwitfabriek beginnen. In de economie kwam er een gedachte, onder andere door Adam Smith, van vrijheid. Ondernemers moesten zoveel mogelijk vrijheid hebben om hun onderneming te runnen. Het behalen van zoveel mogelijk winst was daarbij het belangrijkste doel. De overheid moest zo weinig mogelijk invloed op de ondernemers hebben. Ook op politiek gebied kwamen er veranderingen. In deze periode werd de basis gelegd van onze democratische rechtstaat. Hierbij heeft de filosoof Montesquieu een grote rol gespeeld. Hij wilde door zijn trias politica streven naar een staat, waarin een scheiding kwam van de machten (rechterlijke, wetgevende en uitvoerende). Pas in het begin van de 19de eeuw werd dit streven ten uitvoer gebracht. Onder andere door de invoering van dit politieke stelsel en de steeds minder wordende invloed van de staat, kon Nederland zijn koloniaal systeem invoeren. Het kapitalistische systeem vierde hoogtij.
Bij Simon van der Held begint ons familie verhaal, hij was onze stamvader. Uit mondelinge overlevering is bekend dat Simon de eerste koopman uit de familie was. De eerste contacten met Indië waren al gelegd, door connecties met de VOC. Hierover is verder niks bekend in de archieven.
Simon van der Held (1706-1782), onze stamvader, werd geboren in 1706 te Schoonhoven. Hij ontmoette Anna Du Lavaeij op 25 mei 1733. Zij kreeg drie zonen en vier dochters. Simon stierf op 19 oktober 1782, in Rotterdam op de leeftijd van 77 jaar.
Schoonhoven rond 1795
Willem, geboren in 1734 te Rotterdam, was eveneens een handelaar en koopman. Willem woonde aan de Kipstraat, in het centrum van Rotterdam. Hij trouwde op 1 juli 1764 met Elizabeth Dassij en kregen 3 kinderen.
De Rotterdamse haven verzandde in de tijd van Willem. Schepen konden de stad niet meer bereiken. Daardoor verviel Rotterdam als havenstad. Willem was daardoor genoodzaakt om zijn handelsactiviteiten te verplaatsen naar Amsterdam. Pas na de aanleg van de Nieuwe Waterweg kon Rotterdam uitgroeien tot een wereldhaven. Regelmatig reed hij per diligence naar Amsterdam. De koopman uit Rotterdam belegde zijn kapitaal vooral in vastgoed in de hoofdstad. In 1802 overleed Willem na een bedlegerige periode van zes weken aan wat men toen noemde; ‘zinkingsziekte’ (cholera). De rijke koopman liet een aanzienlijk kapitaal na aan zijn kinderen. Zijn woning aan de Kipstraat ging over naar Simon.
Notariële akte uit 1786, waarin Willem als koopman uit Rotterdam wordt genoemd.
Kipstraat Rotterdam in de achttiende - en negentiende eeuw
Advertentie van de banketbakkerij
Akte van overlijden 1833.
Simon van der Held werd in 1777 geboren te Rotterdam. Hij trouwde op 2 december 1798 met Johanna Frederica Barbera Bulaeus (geboren te Delft). Zij kregen 14 kinderen. Zijn zoon Simon zette onze familielijn voort. Hij overleed in 1833 te Rotterdam. Simon had een banketbakkerij in het centrum van Rotterdam. De bakkerij werd vooral door zijn vrouw Johanna Frederica Barbara Bulaeus¹¹ gerund. Banketbakkerijen waren in die tijd alleen toegankelijk voor de rijke bewoners van de stad en de adel. Toch deed Johanna haar best om ook voor de wat minderbedeelden iets te maken. Zij ontwikkelde een siroop van aalbessen, die ook voor de minder bedeelden in Rotterdam betaalbaar was.
Simon hield zich meer bezig met het beroep van alchemist. Hoewel veel alchemisten zochten naar de omzetting van goedkope metalen naar goud, concentreerde Simon zich vooral op de ontwikkeling van loodwitverf. Hij experimenteerde in zijn laboratorium en kon zich feitelijk een chemicus noemen. In de 18de eeuw was dat nog een ruim omschreven wetenschap. De loodwitverf werd in zijn winkel verkocht. Men noemde dat in die tijd een ‘drogerij’. Ondanks al zijn drukke bezigheden in de verkoop, had hij toch nog tijd om 14 kinderen op de wereld te zetten en op te voeden. Het zal een drukte van jewelste geweest zijn in het gezin. In 1833 overleed Simon, op zesenvijftigjarige leeftijd.